FRUIT


Lekker…

Fruit in je tuin is lekker, gezond, leerrijk voor de kinderen en mooi.
Wij bieden een breed assortiment van fruitsoorten aan. Allemaal in pot of container gekweekt, zodat ze bijna het hele jaar door geplant kunnen worden.
Appel, peer, pruim, kers,… zijn er in laagstam of halfstam en dit in vele variëteiten. Je kan ze ook als leivorm tegen een muur plaatsen of er een fruithaag van maken. De meeste soorten zijn op traag groeiende onderstammen geënt zodat de bomen niet al te groot worden.



PLANTEN EN BEMESTING

Hou steeds rekening met voldoende plantafstand. Voor een laagstam is dit 4 à 6 meter, bij een halfstam 6 à 8 m.
Hou rond de stam een vlak van ±1m onkruid- en gazonvrij, dit om de jaarlijkse bemesting toe te passen.
De bemesting gebeurt elk jaar afwisselend: het ene jaar met een goede organische of minerale meststof, het jaar erop een kalkbemesting.
Om de 2 à 3 jaar een kalibemesting toepassen.



SNOEI

Algemene regels
Wildopslag zo ver mogelijk terugsnoeien.
Naar binnen groeiende takken of te steile takken wegnemen.
Dood hout verwijderen.
Laat lucht en licht in de kruin.
Gebruik steeds goed en scherp gereedschap.
Laat de bast nooit inscheuren.
Snoeiwonden steeds schuin maken en afdekken met vocht en schimmelwerende pasta.

Bij jonge bomen gaat het er vooral over een mooie boomvorm te verkrijgen die voldoende licht en lucht toelaat in de kruin.
Bij leibomen kijkt men vooral naar de vorm en wordt er getracht om op de hoofdtakken zo veel mogelijk korte twijgen te behouden.
Appel- en perenbomen worden op dezelfde wijze gesnoeid.
Hierbij moet rekening gehouden worden dat deze op 2-jarig hout vruchten dragen. Hier snoeit men eigenlijk op de verlengenissen.
Eénjarige twijgen worden dus niet helemaal weggesnoeid en blijft er een stukje staan.

Zure kriek:
Vragen weinig of geen snoei.
Snoei indien nodig 1 à 2 weken na de oogst.

Zoete kers:
Na de oogst, juni-juli, volg de algemene snoeiregels en snoei steeds op een stomp. 2 à 3 cm van de tak laten staan.

Pruim:
Snoei enkel na de oogst en dit alleen om de vorm te bewaren of hinderlijke takken te verwijderen.

Zwarte bes:
Tijdens de oogst, knip het vruchtdragend hout af en pluk deze.
Net na de oogst, snoei de gedragen takken weg.

 

Perzik, nectarine, abrikoos:
Zorg bij jonge bomen voor een open kroon.
Snoei voornamelijk net na de bloei.
Zware takken na de oogst wegsnoeien.
Probeer eens een perzikboom als leiboom tegen een op het zuiden gerichte muur.

Walnoten of okkernoten:
Weinig of niet insnoeien.
Indien nodig voor gebroken, schurende of hinderlijke takken, dadelijk na de oogstperiode snoeien.

Kastanje:
Alleen vormsnoei bij jonge bomen en dit na de ergste vorstperiode.

 

 

Hazelaar:
Weinig of niet insnoeien.
Eventueel uitdunningssnoei in februari.

Braambes:
Geven vruchten op éénjarig hout.
Alle gedragen takken verwijderen, eventueel de zijtakken op een hoofdtak inkorten.

 

Framboos:
Herfstframbozen:
Alles wegsnoeien in december of maart.
Indien nodig in het voorjaar grondscheutjes lichtjes dunnen.
Op de scheuten van dit jaar worden de vruchten gedragen.
Zomerframbozen:
Alleen het overjarig hout (deze die vruchten hebben gegeven) wegsnoeien.
Op de scheuten

 

Stekelbezen en kruisbes (knoesel):
De snoei beperkt zich tot het eventuele uitdunnen en insnoeien van te lange takken.

Wortelsnoei:
Bij te snel groeiende fruitbomen en slechte bloei of vruchtzetting ook na zeer sterke snoei.
Wortelsnoei geeft ernstige groeiverzwakking, dit verbetert sterk de bloembotvorming.
Werkwijze: met een aardewerkersspade (blad 40cm) gaat men cirkelvormig 30 à 40 cm van de stam de wortels op spadebreedte afsteken.
Dan een spadebreedte overslaan, terug afsteken,…