Maart

Deze maand wordt de natuur weer wakker en begint de tuin gelukkig weer te leven.

  • Het is de hoogste tijd om bladafval en beschermende takken definitief op te ruimen.
  • Terrasplanten kan je nu verpotten.
  • Voor de nodige kleur kan je nu violen, primula’s en muurbloemen tussen de net opgekomen vaste planten zetten.
  • Zet nooit nieuwe planten in een te natte drassige grond.
  • Uitgebloeide narcissen kunnen het best zo snel mogelijk verwijderd worden, dit kan met de snoeischaar of met de hand. Als de uitgebloeide bloemen blijven staan vormen ze zaaddozen die veel energie van de andere planten vragen.
  • Zaai nooit te diep, te dicht en teveel ineens. Om gelijkmatig te zaaien meng je het zaad met wat fijn scherp zand. Meestal is een zaaidiepte van 1,5cm voldoende. De algemene regel is dat je het zaad 2 tot 3 maal zijn eigen dikte diep legt. Op zware grond zaai je iets minder diep.
  • Zomerbloeiende bollen kan je nu planten.

  • Winterbescherming kan je weghalen, maar hou het wel bij de hand, want het kan nog steeds nodig zijn.
  • Je mag alle vaste planten nu op 5cm boven de grond afknippen en dus de oude stengels en resten van vorig jaar verwijderen. Pas wel op dat je de jonge uitlopers of knoppen niet beschadigt.
  • Nu de vaste planten nog weinig ruimte innemen, kan je onkruid makkelijk verwijderen.
  • Knip siergrassen bij of kam ze uit met een hark.
  • Dit is de ideale maand om heesters en bomen te planten of verplanten. Ze slaan makkelijker aan eenmaal het blad uitloopt.
  • Als het niet vriest, kan je nu rozen terugsnoeien. Trek stevige tuinhandschoenen aan en zorg dat de snoeischaar scherp en schoon is. Knip struikrozen tot op drie tot vijf ogen af. Laat bij doorbloeiende klimrozen de doorgaande takken met rust en snoei alle zijtakken tot ongeveer 5cm af. Zijn de rozen gesnoeid, geef ze dan speciale rozenmest.
  • Wintergroene struiken, coniferen en hagen kunnen nu ook verplant worden.
  • Vaste planten delen, verplanten en bemesten.
  • Zet stokken bij vaste planten nu ze beginnen te groeien. De planten groeien er op natuurlijke wijze doorheen.
  • Plant rozen in potten met speciaal bemeste rozengrond. Vooral de sierlijke stamrozen staan heel goed op het terras.

  • Het gras begint aarzelend te groeien van zodra het kwik boven de 6°C stijgt.
  • Bemest en belucht (verticuteer) het gazon en zaai kale plekken in met graszaad.
  • Geef het gras in maart kunstmest. Gebruik traag en langwerkende mest zodat het gras niet te snel groeit.

  • Rozen, lavendel, zomerbloeiende struiken, klimop en clematis snoeien.
  • Klimop kan teruggesnoeid worden. Deze heeft nu takken gevormd die loshangen. Verwijder de stengels die zich op het houtwerk van ramen of dakgoten hebben gehecht.
  • Dit is het moment om rozen te snoeien. Wees niet bang om ze flink in te korten. Ze zullen uitbundiger bloeien en de kans op plagen en ziekten verkleint. Breng vervolgens een mulchlaag aan rond de rozen.

  • Nestkastjes schoonmaken en ophangen. Er zijn voor de verschillende soorten vogels aangepaste kastjes voorzien. Vooral de vliegopening is belangrijk en bepalend. Hang ze bij voorkeur met de vliegopening naar het oosten of zuidoosten.

  • De vissen mogen al een beetje voedsel toegediend krijgen als het water een temperatuur van 10°C heeft bereikt. Kijk alleen uit dat ze niet te veel krijgen, want als ze nog veel voedsel laten liggen zal dat de algengroei bevorderen.

April

April is een drukke maand in de tuin, alles krijgt weer een groene aanblik. Het is tijd om te beplanten, bemesten en zaaien.

  • Kijk uit voor slakken. Door de toenemende warmte en de voorjaarsregen zal het aantal slakken op dit moment snel toenemen.
  • Na een zonnige en onbewolkte dag is de kans op een nachtvorst behoorlijk groot in april. Hou hier rekening mee, dus dek de planten die hier gevoelig voor zijn af met een stuk vliesdoek zodat de bloemknoppen niet bevriezen.
  • Border onkruid vrij houden.
  • Bewerk de border met compost, mest en vochtige turf.
  • Zomerbollen kunnen in volle grond en in potten worden gezet. De keuze in deze bollen is heel groot: uitbundig bloeiende dahlia’s, sierlijke gladiolen, vrolijke anemonen,…
  • Eénjarigen kan je vanaf eind april buiten zaaien.
  • Meng het zaad met zand zodat je weet waar je het zaad al hebt gestrooid.
  • Controleer de tuin ook op onkruid. Vooral tijdens het spitten verwijder je de lastige kweekgrassen en wortelonkruiden.

  • Zomerheide moet nu worden gesnoeid. Je kan dit het beste elk jaar doen, omdat de struiken anders erg groot en ook van onder kaal worden. Knip de uitgebloeide bloemen weg, maar snoei niet geheel terug tot op het oude hout. Je loopt anders het risico dat de heide niet meer uitloopt. Het gaat om soorten als alluna vulgaris en Ecrica cinerea. Als je wat onregelmatig snoeit blijft de natuurlijke struikvorm mooi intact.
  • Vorstgevoelige heesters zoals buddleja (vlinderstruik) en sommige soorten seringen mogen nu ook worden gesnoeid.
  • Voorjaarsbloeiende heesters kun je het beste direct na de bloei snoeien. Je houdt dan een mooie compacte struik. Enkele soorten: forsythia, ribes en clematis.

  • Het is nu de tijd om van alles en nog wat aan te planten. Je kan dit ook de hele zomer doen aangezien alle vaste planten in container (potten) worden aangeboden.
  • Verwijder direct de wilde takken (waterloten) van de rozenstruik.
  • Oud blad van siergras en varens wegknippen.
  • Leg ’s avonds over de hortensia’s een stuk vliesdoek, zodat de bloemknoppen niet kunnen bevriezen

  • Grote schoonmaak van de vijver is nu aan de orde.
  • Maak de vijver schoon en controleer de beplanting.
  • Waterlelies die in manden staan kan je het beste onderin de mand voorzien van wat vette klei.
  • Als het water warmer wordt zullen de vissen ook weer vaker om voer komen vragen. Voer ze nog wel met lichtverteerbaar voer.
  • Ook zal, indien je een biologisch filter hebt, die langzaam weer gaan werken. Dien eventueel starterbacteriën toe.
  • Aanleggen van een vijver kan nu natuurlijk ook gebeuren. Alleen moet je oude struiken of vaste planten niet te laat meer verplanten om de vijverrand te verfraaien.

  • Eind april kan je de coniferen, bamboe en de bladhoudende heesters verplanten. De grond wordt dan al weer wat warmer zodat verplanten zonder veel problemen kan. September is ook een goed moment. Als je de planten al een jaar lang hebt rond gestoken met een scherpe schop, hebben deze een mooie wortelkluit gevormd. Als je dit niet hebt gedaan kan je de struik het beste na verplanten direct snoeien. Dit gaat verdamping tegen en geeft meestal een goede hergroei. Op stugge kleigrond moet je het plantgat rondom goed losmaken en bodemverbeteraar onder de aarde mengen zodat de wortels zich goed kunnen ontwikkelen.
  • Tot begin april kan je planten en verplanten. Alleen containerplanten kan je het hele jaar aanplanten.
  • Let er op dat je planten in de juiste soort aarde zet. Rhododendron is bijvoorbeeld een zuurminnende soort en zal niet gedijen als hieraan niet wordt voldaan.
  • Wintergroene struiken, coniferen en hagen kunnen nu verplant worden

  • Sterke kuipplanten kunnen eind april al naar buiten. Het mag ook eerder als het maar niet vriest. Zet alle kuipplanten die weer naar buiten gaan gedurende minimaal een week in de schaduw. Voorkom verbranding door de zon.
  • Kuipplanten zoals oleanders en fuchsia hebben graag wat frisse lucht, maar kunnen geen nachtvorst verdragen, hou het weerbericht in ‘t oog.

  • De lente is nu echt begonnen en je kan, als de temperatuur overdag boven de 10°c. komt, gras inzaaien.
  • Veel schaduw? Gebruik dan speciaal schaduwgazonzaad.
  • Het gras kan nu wekelijks gemaaid worden.
  • Het gras gaat nu ook weer groeien, begin met het schoonmaken van het gazon. Doe dit met een bladhark. Als het gazon kale plekken heeft, dan kan je, nadat je dat deel hebt losgemaakt en van compost voorzien, deze inzaaien en aanrollen. Indien nodig kan je het gazon ook nog verticuteren. Maaien kan alleen in de hoge stand van de machine en als het gras er zichtbaar goed bij staat. Ook het bemesten van het gazon moet nu weer gaan gebeuren. Een bemesting inclusief mosbestrijding is erg nuttig.
  • Grasranden scherp afsteken

  • Wil je een kruidentuin aanleggen? Dan is het nu het juiste moment.
  • Anijs, venkel, peterselie, bonenkruid en noem maar op, mogen nu volop in de grond gezaaid worden.
  • Het is weer tijd om druif te planten. Doe dat wel echt deze maand. De druif kan het best tegen een zuidmuur of een schutting gezet worden. Zo wordt het knakken voorkomen en de beste groei bevorderd.
  • Het is weer tijd om voorbereidingen te treffen zodat je deze zomer weer verse aardbeien kunt eten. Maak als eerste het aardbeienbed goed schoon. Haal eventueel de te groot uitgroeiende planten op en plant daarvan de jongste delen.
  • Groenten staan graag op een zonnige en lichte plaats. Toch zijn er veel soorten die in minder goede omstandigheden ook goed groeien. Dit zijn aardappelen, erwten, spinazie, tuinbonen, rabarber, andijvie, spruitjes en tuinkers.

  • Strooi bij regenachtig weer mest langs hagen, bij bomen en rozen, op het gazon en de borders en vergeet ook de planten in potten en bakken niet.
  • Het voorjaar is een prima tijd voor mesten, omdat dan de voedingsstoffen optimaal door de beplanting wordt opgenomen.
  • Als je de tuin wilt spitten en eventueel gelijk compost of koemest wilt inbrengen, wees dan voorzichtig rond de heesters. Spit daar niet of anders heel ondiep, wortels zijn gemakkelijk te beschadigen.
  • Zandgrond spit je vlak voordat je gaat planten. Werk gelijk wat humusmateriaal zoals compost of stalmest door de grond.
  • Met de cultivator kan je op een mooie dag de grond losmaken. Er komt dan weer lucht in de aarde en een bijkomend voordeel is dat net ontluikend onkruid geen kans krijgt.

Mei

Mei is een drukke maand in de tuin.

    • Als je begin mei éénjarigen aanplant in de tuin, wees voorzichtig en luister naar het weerbericht. Bescherm ze tot midden mei nog tegen nachtvorst.
    • Zet kuipplanten en vorstgevoelige planten na 15 mei buiten.
    • Geef pas geplante vaste planten regelmatig water en breng een mulchlaag aan om het vocht in de grond vast te houden.
    • Een kamerazalea mag na de bloei tot de helft worden teruggesnoeid en daarna op een zonnig plekje in de tuin worden gezet.
    • Deze maand is ook geschikt voor het zaaien van tweejarigen, zoals vergeet-mij-nietjes, leeuwenbekjes, duizendschoon en sommige campanula’s en vaste planten als duizendblad, incalelie en geranium.
    • Breng mest aan in de plantenborders.
    • Strooi turf of schors om onkruid tegen te gaan.
    • Geef jonge bomen, halfstamheesters en stamrozen een stevige steunpaal en controleer regelmatig de aanbindwindsels. Breng ook alvast een plantensteun aan tussen de hooggroeiende vaste planten; je kan er nu nog makkelijk bij. Voorzie ondersteuning voor de borderplanten die dit nodig hebben.
    • Bind snelgroeiende klimplanten regelmatig op.
    • Terrassen en paden (her)aanleggen, onkruidvrij maken.
    • Onkruid wieden.
  • Neem stekken of scheur voorjaarsbloeiende vaste planten om ze te vermeerderen.

Als het risico op vorst verdwenen is:

  • Je kan alle kruiden buiten planten.
  • Je mag de hagen snoeien (op een bewolkte dag).
  • Je kan nog tweejarigen zaaien.
  • Controleer je planten regelmatig op ziekten en plagen nu het warmer wordt. Ongedierte moet onmiddellijk worden bestreden.
  • Controleer rozen op bladluizen. Spoel ze van de planten of bespuit de plant.
  • Geef pas geplante planten, bomen en struiken regelmatig water bij droog weer. Bescherm ze met een mulchlaag die het vocht vasthoudt.
  • Blauwe regen en gouden regen dragen nu spectaculaire trossen kleurige bloemen.

  • Maai het gazon 1 tot 2 keer per week voor een mooi resultaat en goede groei.
  • Zaai eventueel een nieuw gazon in.
  • Strooi bij regenachtig weer wat gazonmest.

  • Haal uitgebloeide tulpen en hyacinten voorzichtig uit de grond.
  • Verwijder de verwelkte bloemen van voorjaarsbollen. Laat het blad staan tot zes weken nadat de laatste bloemen verdord zijn.
  • Bemest de voorjaarsbollen om de ontwikkeling van een nieuwe bloemknop volgende lente te stimuleren.
  • Plant dahlia’s buiten aan het eind van de maand.

  • Vanaf nu mogen heggen gesnoeid worden.
  • Buxus kan je snoeien, maar niet in volle zon, want dan kunnen de bladeren verbranden.
  • Snoei alle voorjaarsbloeiende heesters direct na de bloei: spirea, prunus triloba, ribes, e.d.
  • Snoei vaste planten na de bloei om een tweede bloei te stimuleren en om te voorkomen dat ze een kaal hart krijgen.
  • Snoei clematis na de bloei als de plant te groot wordt.
  • Sommige vaste planten kunnen na de bloei flink teruggeknipt worden, vb. tuingeraniums. In augustus zullen ze dan voor de tweede keer bloeien. Door de snoei voorkom je dat de plant een kaal hart krijgt.
  • Verwijder dood hout uit de hortensia’s.

  • De filter van de vijver reinigen.
  • Voeg nu zuurstofplanten toe aan de vijver.

Juni

De zomer breekt zo langzamerhand aan, alles komt in volle bloei.

  • Geef planten ’s ochtends water, ’s avonds blijven ze nat en kan er schimmel ontstaan.
  • Verleng bloeitijd door uitgebloemde bloemen van kuipplanten en vaste planten te verwijderen.
  • Bestrijd schadelijke insecten.
  • Geef ook regelmatig voeding.

De éénjarige tuinplanten, die je vooral in de maand mei hebt gekocht en geplant, zullen nu wel fraai in bloei staan.

  • Om de bloeiperiode van je planten te vergroten moet je de oude bloemen zo snel mogelijk verwijderen. Zo kan de plant haar energie steken in het vormen van nieuwe bloemen. De uitgebloeide bloemen verwijder je met een draaiende beweging.
  • Je zal één of soms twee keer per dag water moeten geven. Zelfs als het regent kan water geven nodig zijn want de bladkruin kan als een paraplu werken.
  • Kuipplanten en éénjarigen in potten kunt u bijvoeden met vloeibare meststoffen die u in het gietwater oplost.

  • Ook hagen moet je regelmatig voeding geven. Organische mest is het beste.
  • Snoei hagen van taxus, beuk, haagbeuk, ligustrum en de snelgroeiende leyland-coniferen.
  • Snoei hagen op een droge dag. Snoei coniferen zoals chamaecyparis, thuja en dergelijke vooral niet tot op het oude hout terug. Ze zullen dan niet goed meer uitlopen. Snoei de hagen van onder wat breder dan van boven, dat is beter voor het vangen van licht.
  • Bladhoudende heggen eind van de maand snoeien.

  • Plant nu anemonen om ze in de herfst in bloei te hebben.
  • Bij alle bonte of gekleurde heesters moet je takken met groen blad verwijderen.
  • Sommige vaste planten, zoals tuingeraniums, kunnen na de bloei flink teruggeknipt worden. In augustus zullen ze dan voor de tweede keer bloeien.
  • Bind klimplanten tijdig aan, zodat je ze mooi in goede banen kan leiden.

  • Zorg dat de composthoop niet uitdroogt. Begiet hem zonodig en dek hem eventueel af met doeken of een deksel. Veel groente-, fruit- en tuinafval is geschikt voor de composthoop.
  • Gooi gekookte etensresten, aardappel- en sinaasappelschillen, en zieke en aangetaste plantendelen echter in de vuilnisbak.

  • Vrijwel alle groenten mogen nu uitgeplant of gezaaid worden.
  • Bemest tomaten met speciale tomatenmest en maak ze zo sterker tegen de tomatenplaag.
  • Plant kool nooit op dezelfde plaats als vorig jaar, dit om knolvoet te voorkomen.
  • Meer groentenadvies ivm recepten, verzorging, ziektes; vind je op de website van allegrow

  • Uitgebloeide rozen kan je steeds terugknippen tot aan een blad dat weer uit vijf kleine blaadjes bestaat. Doorbloeiende soorten zullen dan opnieuw knoppen gaan vormen.
  • Van doorbloeiende rozen moeten de verwelkte bloemen worden afgeknipt. Zo zorg je ervoor dat ze de hele zomer, of zelfs tot in de herfst zullen bloeien. Wil je grotere rozen, haal dan ook de kleinere knoppen weg en laat alleen de middelste grote knop staan.
  • Rozen bemesten.
  • Controleer op luisaantasting en meeldauw, behandel preventief tegen schimmels.
  • Grondscheuten (wildopslag) bij alle geëntte planten zoals rozen, moet je verwijderen.

  • Maai het gras regelmatig, liefst tweemaal per week. Hoe minder gras er per keer wordt afgereden, hoe beter. Steek de kanten af. Bij warm weer kan je beter met maaien wachten tot ’s avonds, anders droogt het gras uit en wordt het bruin.
  • Bemest je gazon als het er wat futloos bijligt. Strooi de meststof bij voorkeur op een regenachtige dag.
  • Grasmaaisel kan op de composthoop, maar ook in de plantenborder uitgestrooid worden. Het houdt de grond vochtig en onkruidgroei tegen.
  • Maai het gras in de zomer op een lengte van 3-5cm. Ook mos krijgt zo minder kans.

  • In juni nemen de planten in de vijver enorm in omvang toe. Als het wateroppervlak dicht dreigt te groeien is het verstandig nu uit te dunnen.

Juli

In juli wordt er vaak meer tijd doorgebracht in de tuin dan in huis. Geniet dan ook volop van die mooie zomertuin.

  • Geef planten ’s ochtends water, ’s avonds blijven ze nat en kan er schimmel ontstaan.
  • Controleer de planten op bladluizen (vooral op de sappige jonge scheuten).
  • In pot gekweekte tuinplanten, hagen en bomen kan je steeds planten, ook wanneer ze in volle bloei of blad zijn. Nu ze in bloei staan, zie je beter wat je koopt dan in de winter.
  • Bemest rozen en verwijder uitgebloeide bloemen. Controleer op luisaantasting en behandel preventief tegen schimmels.
  • Geef potplanten dagelijks water.
  • Sproei bij droogte je gazon.
  • Bestrijd bladlui indien nodig.
  • Wied onkruid.
  • Verwijder uitgebloeide bloemen.
  • Tweejarige planten kunnen deze maand gezaaid worden. Zaai op een apart bedje, in september kunnen de jonge plantjes op hun definitieve plek worden gezet.
  • Indien nog niet gedaan, nu de tuin bemesten.
  • Snijd tijdens het bloemschikken alle bloemen kort af en steek ze kort en compact in het steekschuim. Hierdoor blijft het waterverlies beperkt en is de schikking langer houdbaar.

De éénjarige tuinplanten, die je vooral in de maand mei hebt gekocht en geplant, zullen nu wel fraai in bloei staan.

  • Haal ingewaaid blad of vuil regelmatig uit de vijver. Laat vooral wanneer het warm is, een luchtpompje constant lucht in het water blazen. Een hoog zuurstofgehalte is van belang voor uw vissen.
  • Een fontein mag niet op het blad van de waterlelie sproeien, daar kan deze plant niet tegen.
  • Haal regelmatig overtollige draadwieren en kroos uit de vijver voordat ze een plaag worden.

  • Knip uitgebloeide bloemstelen weg, meestal zal een nieuwe bloem zich gaan ontwikkelen. De plant bloeit langer en mooier. Met éénjarigen kan je in de tuin snel extra kleur creëren.
  • Geef hanging baskets bij droog, warm weer ’s morgens en ’s avonds water.
  • Geef de planten tijdens de bloei elke week wat voeding.

  • In juli kan je wat het gazon betreft eigenlijk doorgaan waar je in juni mee geëindigd bent. Namelijk het maaien van het gazon, want het gras schiet deze maand echt de grond uit. Let op de verschillende maaistanden, 3 cm voor siergazon en 4 cm voor gazon waar veel op gespeeld wordt.
  • Tevens moet er in droge periode voldoende gesproeid worden, bij voorkeur ’s avonds zodat het water minder snel verdampt en het water beter door de wortels kan worden opgenomen.
  • Het gazon gaan we 1 of 2 keer per week maaien, afhankelijk van de groei. In droge periodes minder vaak maaien en het gras op een hogere stand afrijden.
  • Bij zonnig en warm weer kun je beter tot ’s avonds wachten met maaien om uitdroging door te grote verdamping tegen te gaan. De verse snijwondes van het maaien verdampen immers veel meer.
  • Strooi als er regen wordt voorspeld kunstmest op het gazon en herhaal dat om de 5 à 6 weken tot aan de herfst. Zo hou je je gazon gezond. Kunstmest toedienen in droge en warme periodes kan verbranding van het gazon veroorzaken.

  • Veel vaste planten, zoals tuingeraniums en vrouwenmantel, kunnen na de bloei flink teruggeknipt worden. Ze zullen daarna weer uitlopen en voor de tweede keer gaan bloeien.
  • Bind de lange scheuten en ranken van klimplanten tijdig aan om ze in goede banen te leiden.
  • Zet planten met geurende bloemen in de tuin als er nog een plaatsje vrij is.
  • Controleer op luisaantasting en behandel preventief tegen schimmels.
  • Geef rozen deze maand een extra bemesting met speciale rozenmest en verwijder de uitgebloeide bloemen.
  • Verwijder uitgebloeide bloemen voor een betere doorbloei. Als je wilt dat je rozen tot in de herfst blijven bloeien, is het niet voldoende om alleen de oude bloemen weg te halen. Knip tot een lager gelegen knop in de bladoksel.
  • Vergeet je borders niet te bemesten. Je planten kunnen nu wat extra voedsel goed gebruiken.

  • Snoei hier en daar fruitbomen, zodat het licht bij de vruchten kan komen.
  • Gebruik goed en scherp gereedschap tijdens het snoeien van bomen.
  • Ontsmet altijd je gereedschap na werk aan zieke of verdachte gewassen. Doe dit met brandspiritus of wasbenzine en wat weggooitextiel.
  • Bewaar bindtouw in een bloempot en laat het uiteinde door het gat onder in de pot vallen. Zo raakt het touw niet in de war.
  • Neem tijdens het snoeien zo nu en dan afstand van de boom om te kijken hoeveel je hebt gesnoeid en of de boom in balans is.
  • De beste tijd voor de zomersnoei is rond juli. Bij een sterke hergroei met weinig vruchten kan je halverwege augustus voor de tweede keer ingrijpen. Snoei kers, pruim, abrikoos en perzik zéker voor eind augustus. Daarna is er kans op loodglansinfectie.
  • Voer takken die zijn aangetast door schimmels of ziekten direct na het snoeien af om nieuwe besmettingen te voorkomen. De overige takken mogen gerust blijven liggen.
  • Het behandelen van snoeiwonden is niet nodig. In de zomer drogen de wonden vaak binnen 20 minuten op.
  • Alle hagen mogen worden gesnoeid.
  • Na de bloei kan de lavendel ingesnoeid worden, dit kan boven het blad.
  • Na de snoeibeurt kunnen je rozen een extra bemesting goed gebruiken.
  • De ligusterhaag kan terug een snoeibeurt gebruiken. Knip liguster vrij kort en strak om een mooi geheel te behouden. Door te snoeien dwing je de plant om zich terug te vertakken. Hoe vaker je een haag knipt, hoe bossiger deze wordt waardoor je meer privacy bekomt.

  • Je kan broccoli planten tot begin augustus. Vooral op lichte gronden doet broccoli het erg goed.
  • Radijs kan je zaaien tot september en na vier weken kan je oogsten. Radijs smaakt scherper naarmate de plant minder water krijgt.
  • Door regelmatig aan je kruiden te snijden (oogsten), zullen de kruiden ook steeds nieuwe verse scheuten aanmaken. Hoe meer jonge scheuten je gebruikt, hoe beter de smaak.
  • Planten die door de loop der jaren onderaan kaal geworden zijn, mag je een diepe snoeibeurt geven. De meeste kruiden lopen daarna snel uit met veel jonge twijgjes.
  • Sommige houtachtige kruiden zoals rozemarijn, tijm, salie,… behouden hun smaak ook na het drogen ervan. Knip de takjes af en hang ze te drogen op een luchtige plaats. Zachte kruiden zoals peterselie, bieslook,… kun je fijn versnijden met een kruidenschaar (vb. deze van Esschert) en vervolgens in ijsblokjes invriezen. Deze blokjes kan je dan eenvoudig toevoegen aan alle gerechten die je kookt. In juli kan je ook zomerstekken nemen van allerlei kruiden. Citroenverbena, salie, tijm,… komen hiervoor in aanmerking. Neem stekjes van ca 7cm lang en steek ze in stekgrond. Na een maand zijn de stekken geworteld en kun je ze oppotten.

Augustus

In de tuin is er natuurlijk veel meer te doen dan alleen fruit plukken en groente oogsten. Augustus is de oogstmaand.

  • Haal regelmatig alle onkruid weg, ook bij paden en het terras.
  • De pompoenen groeien nog een tijdje door. Geef regelmatig water en haal bladeren weg die de zon beletten om op de pompoenen te schijnen.
  • Als in de loop van augustus de meeste planten zijn uitgebloeid en je de zaak ‘netjes’ wilt houden, kan je de stengels afmaaien of afknippen. Vergeet echter niet om eerst de zaden uit je favoriete soorten te rammelen. Dan krijgen ze volop kans om zich te vermeerderen.
  • Als je tuinbonen-, erwten- en peulenplanten uit de moestuin opruimt, knip ze dan af en trek ze niet uit. In de wortelknolletjes zit namelijk stikstof opgeslagen en dat is goed voor de bodem.
  • Knip oude uitgebloeide bloemen wekelijks weg om zo doorbloei te bevorderen.
  • Bestrijd bladluizen.
  • Regelmatig water geven of besproeien, is in deze warme maand zonder veel regen echt een voorwaarde voor een uitbundige groei en bloeiwijze. Laat de grond nooit kurkdroog worden.
  • Waterdruppels werken als een vergrootglas en veroorzaken daardoor brandplekken op gazon maar vooral op bloemen en bladeren. Daarnaast verdampt gedurende de middag het meeste water meteen, meerdere redenen dus om niet tijdens de middaguren te sproeien. De vroege ochtend of late namiddag is het beste tijdstip.
  • Door ’s ochtends te sproeien beperk je de kans op het ontstaan van schimmelziekten zoals meeldauw en de verwelkingsziekte bij clematissoorten.
  • Het is beter om zo’n tweemaal per week langdurig te sproeien, dan dagelijks een paar minuten. Bij het kort en daardoor oppervlakkig sproeien dringt het water nauwelijks in de grond en bereikt het de wortels vrijwel niet.
  • Giet altijd ‘s morgens vroeg of ‘s avonds. Overdag verdampt het water meteen.
  • Hortensia is een prima bloem om te drogen. Je kan de volgroeide bloem onderste boven laten drogen of de steel 1cm in water zetten en wachten tot de bloem is gedroogd.

De éénjarige tuinplanten, die je vooral in de maand mei hebt gekocht en geplant, zullen nu wel fraai in bloei staan.

  • Nog steeds 1 of soms 2 keer per dag water geven. Zelfs als het regent kan water geven nodig zijn. Geef de planten begin augustus nog een keer voeding en bouw dit dan langzaam af om de winterrust voor te bereiden.
  • Enkele laatbloeiende kuipplanten zoals tibouchina moeten nog wel regelmatig mest hebben.

  • Bloemen van uitgebloeide lavendel en rozen verwijderen.
  • Denk bij het opbinden ook aan de nu snel omhoog schietende dahlia’s en canna’s. Handig zijn hierbij de verstelbare steunrekjes. Op die manier blijven de planten ook in de wind en na een regenbui overeind.
  • Water geven in perioden van droogte (borders en gazon).
  • Knip uitgebloeide bloemen van vaste planten zo snel mogelijk weg, je hebt zo de meeste kans op een tweede bloei.
  • Uitgebloeide rozen ook wegknippen, zaadvorming (rozenbottels) put de plant uit. Verwen de roos met wat rozenmest, zo komt ze sneller weer op krachten. Pas als de laatste bloemen zijn uitgebloeid kan je de bloementros afknippen tot een goed ontwikkeld vijfblad.
  • Blijken bepaalde bloeiende planten toch een andere kleur te hebben dan je had gehoopt en wil je ze in het najaar verplanten? Dan bind je een gekleurde draad in de kleur van de bloemen aan de stengel, als de plant is uitgebloeid kan je geen kleur meer herkennen. Zo kan je eenvoudig nieuwe composities maken.
  • Breng een laagje mulch aan rond de voet van rododendrons en azalea’s. Deze wortelen oppervlakkig, waardoor ze snel kunnen uitdrogen.

  • Vijverbeplanting uitdunnen indien nodig.
  • Stromend water in de tuin kan verkeersgeluid overstemmen. Leg bijvoorbeeld een vijver aan met een fontein of kies voor een waterornament.

  • Snoei coniferen en naaldbomen.
  • Alle hagen kunnen ook nu nog geknipt worden.
  • Gebruik goed en scherp gereedschap tijdens het snoeien van bomen.
  • Lavendel, tijm, hysop en andere heesterachtige kruiden moeten na de bloei licht worden bijgesnoeid. Zo blijven ze mooi bossig van vorm.
  • Opsnoeien van te laag hangende takken van de notelaar.
  • Snoei lavendel: lavendel groeit meestal niet op oud hout. Als de planten erg rommelig zijn geworden, kan je er beter stekken van nemen of ze helemaal wegdoen en nieuwe kopen. Dus verwijder tijdig de oude bloemaren met een snoeischaar en knip ze af op ongeveer 3cm van de bladgroei aan de punt van de scheut. Daardoor wordt de bloei van zijscheuten gestimuleerd, waardoor de plant bossig en compact blijft.
  • Na de oogst van bessen en bramen mogen de struiken terug gesnoeid worden.
  • Buxus heeft vaak last van de buxusmijt. Deze mijt laat de top van het jonge blad omkrullen. Snoei daarom de jonge toppen af, vang het snoeisel op en doe het in de gft bak.
  • Voor sommige heesters en boemen is het goed om nu al (een deel) te snoeien. Dit komt omdat in augustus de wonden nog gemakkelijk dicht groeien en dat is gunstig voor de komende winterperiode. Schimmels kunnen nu ook veel minder snel de wonden infecteren.
  • De coniferenhaag moet nu ook weer een snoeibeurt hebben. Snoei netjes en niet tot op het oude hout.

  • Gazon verticuteren en inzaaien indien nodig.
  • Droge plekken op het gazon bijmesten met kunstmest.
  • Bij droogte 1 keer per week een paar uur lang het gras sproeien, maar niet bij volle zon.
  • Gras maaien en graskanten steken.
  • Omdat het nu zaak is je gras regelmatig te maaien, is het slim de instelling van de messen van je grasmaaier aan te passen. Bij droog en warm weer is aan te raden de messen hoger in te stellen.
  • Taxushagen kunnen nu ook weer worden gesnoeid. Taxus mag desnoods wel tot op het oude hout worden gesnoeid want die loopt wel weer uit.

  • Bij het aanplanten van een geurentuin moet je er rekening mee houden dat de wind geuren wegvoert. Daarom valt er het meest te ruiken in een tuin die in de beschutting ligt van hagen of schuttingen.
  • Bedenk dat sommige planten alleen op een bepaald tijdstip van de dag geuren. Zo is kamperfoelie alleen ’s avonds goed te ruiken. Deze plant verspreidt de sterkste geur als je hem tegen een muur plant. Kamperfoelie heeft namelijk warmte nodig om geur af te geven. Een muur absorbeert overdag zonnewarmte en geeft die ’s avonds weer af.
  • Hinderlijke vliegen houd je in huis op afstand door hier en daar blaadjes van de vlierstruik neer te leggen. Basilicum heeft hetzelfde effect.
  • Niet alleen bloemen kunnen heerlijk geuren. Je kan ook veel geurplezier beleven aan planten met aromatische bladeren, bv. geraniums en keukenkruiden. Zo kan je een fris geurend tuinpad aanleggen door kruiptijm tussen de tegels te planten.

September

September luidt de herfst in, een maand waarin mooie zonnige dagen worden afgewisseld met regenachtige herfstdagen.

  • Onkruid verwijderen.
  • Hoge planten opbinden ter bescherming tegen najaarswind en de regen.
  • Border aanvullen met winter- en lentebloeiers.
  • Bepaalde winterharde eenjarigen kunnen nu reeds gezaaid worden, zoals goudsbloem, korenbloem, moerasbloem en slaapmutsjes.
  • Blijf uitgebloeide bloemen van perkplanten verwijderen en voedsel geven. Zo kan je van je bloemen genieten tot het begint te vriezen.
  • Haal potten met vorstgevoelige planten in huis. Fuchsia’s en pelargoniums zet je bijvoorbeeld best in een vorstvrije kas of serre.
  • Vorstgevoelige planten (struikmargrieten, gazania’s, lantana’s, osteospermums en arctotis) haal je het best uit de grond. Verplant ze in een pot voor de vorst in het land is.

De éénjarige tuinplanten, die je vooral in de maand mei hebt gekocht en geplant, zullen nu wel fraai in bloei staan.

  • September = gazonmaand: de ideale tijd voor gazonaanleg of vernieuwing.
  • Laat in september geen gras meer op het gazon liggen. Door de hogere luchtvochtigheid kan het natte maaisel gaan rotten, waardoor je in het gazon schimmel kan krijgen. Het maaisel kan je als mulchlaag tussen de heesters leggen.
  • Tot oktober is het mogelijk om een nieuw gazon aan te leggen of kale stukken in te zaaien.
  • Bij het maaien mag de grasmaaier nu in een hogere stand.
  • Wil je nu nog gazonmest strooien, gebruik dan een aangepaste meststof (Najaarsmeststof) die rijk is aan kalium. Dit versterkt het gazon voor de komende winterperiode.
  • Vanaf de 2° helft van september mag de herfstmest toegediend worden aan het gazon.
  • Verlucht je gras met een riek of een prikrol.

  • Hagen, zoals de taxus, kunnen in september nog voor een tweede keer gesnoeid worden. Hierbij is het belangrijk dat de haag van onderen iets breder is dan van boven. De haag moet niet te kort op het hout gesnoeid worden.
  • De buxus kan je tot begin oktober nog snoeien. Hoe later ze gesnoeid worden hoe minder ze zullen uitlopen.
  • Lavendel moet ook in september gesnoeid worden, na de bloei.
  • Laatste maand om coniferen te snoeien.
  • Buxus mag tot begin oktober gesnoeid worden.
  • Zomerbloeiende heide mag nu teruggesnoeid worden.

  • De voorjaarsbloeiende bloembollen zijn opnieuw beschikbaar (rond 10 september). Je kan ze uiteraard in volle grond in de tuin uitplanten maar je kan ze ook in potten en bloembakken aanplanten.
  • Gewassen die in het voorjaar bloeien, zoals sneeuwklokjes, krokusssen,… dien je zo snel mogelijk na ontvangst te planten anders kunnen de bollen indrogen.
  • Het is belangrijk om de bollen op de juiste diepte te planten. Per gewas verschilt de plantdiepte.
  • Plant geen tulpen, die spaar je best tot in november.
  • In het gras bloembollen planten, die kunnen verwilderen, geeft een mooi resultaat. Je kan, op de kleintjes na, elke bol in het gras planten.
  • Uitgebloeide zomerbollen en -knollen nu uit de grond halen.
  • Voordat de vorst zijn intrede doet, haal je best je gladiolen uit de grond.

  • Vanwege de najaarswind en regen moeten hoogbloeiende vaste planten goed worden vast gebonden.
  • Wintergroene planten zoals buxus, taxus, osmanthus, ligustrum worden nu best geplant maar ook verplant. Coniferen verplant je best als ze in rust zijn, dat betekent van ongeveer half september tot einde mei. Doe dit echter wel bij vorstvrij weer en tijdens een voldoende vochtige periode.
  • Plant klimplanten die in een pot gekweekt zijn. De grond in de vroege herfst is namelijk ideaal voor de verdere groei.

  • Deze maand zijn er al verschillende bomen en planten die hun bladeren verliezen. De afgevallen bladeren kan je best verwijderen om te voorkomen dat ze naar de bodem zinken en daar beginnen te rotten. Dit kan je voorkomen door een net over de vijver te spannen.
  • September is de maand bij uitstek om de overtollige vijverplanten te verwijderen. Gebruik hiervoor speciaal ontworpen onderwatersnoeischaren om het jezelf gemakkelijk te maken. Ook aan de vijver geven lage bolgewassen een mooi effect.

Oktober

De ochtenden en avonden voelen fris aan en langzaam begint het blad te verkleuren.

  • Uitgebloeide bloemen en overtollige bladeren snoeien en op de composthoop gooien
  • Winterbloeiers bijmesten.
  • De potten met éénjarigen hebben hun beste tijd gehad en kunnen nu schoongemaakt worden om er eventueel bollen of winterplantjes zoals erica, skimmia, pieris,… in te planten.
  • Laat afgevallen blad onder heesters en op plaatsen waar het geen kwaad kan rustig liggen. Het is goed voor het bodemleven en brengt nieuw voedsel in de grond. Het is ook bevorderlijk voor de wormen in de grond.
  • Balkonbakken, potten en kuipen kan je beplanten met een winterbloeiend assortiment planten zoals: skimmia, hedera, erica, viburnum.
  • Maak de vijver schoon en haal de regelmatig de bladeren uit de vijver.
  • Verwijder verwelkte zomerplanten en snoei uitgebloeide bloemen.
  • Haal kuipplanten naar binnen en mest de winterbloeiers bij.
  • Nestkastjes maak je schoon. Je verwijdert de oude nesten en veegt de kastjes uit.

De éénjarige tuinplanten, die je vooral in de maand mei hebt gekocht en geplant, zullen nu wel fraai in bloei staan.

  • Zijn er nog lege plekken in de border, dan kan je deze opvullen met bloeiende vaste planten of vaste planten die nog gaan bloeien zoals aster, gaura, hemelsleutel (sedum), Japanse anemoon en monnikskap (aconitum).
  • Hoog bloeiende vaste planten moeten goed aangebonden worden tegen de najaarswind en de regen.
  • Omdat de grond nog warm is kan je in oktober sommige boomsoorten planten. Het gaat dan alleen over containerbomen. Bomen die in volle grond zijn gekweekt moeten in het voorjaar worden geplant als ze kaal zijn.
  • Vooral coniferen worden best nu reeds verplant. Vermits de grond nog warm is wordt het inwortelen sterk bevorderd.
  • Om de komende winter enigszins groen door te komen kan je nu vorst bestendige bloembakken vullen met winterharde planten (gaatjes in de potten!).
  • Struiken, rozen en bomen nu planten of verplanten.
  • Planten met blote wortel zoals vb. hagen worden pas na de bladval verplant.

  • Bollen kunnen nog steeds geplant worden, zet ze in groepjes bij elkaar, dit oogt mooier.
  • De lentebloeiers zoals tulpen, narcissen nu planten.
  • De uitgebloeide zomerbollen en knollen uit de grond halen en op een droge koele plek bewaren.
  • Vlezige knollen zoals deze van de dahlia bewaar je best in zaagsel of in droge turfmolm. Controleer wel tussentijds of ze niet toch gaan rotten.

  • Fruit: ruim afgevallen bladeren en verwijder overgebleven vruchten. Bewerk de grond en bemest met een organische meststof.
  • Okkernotenbomen mogen alleen deze maand gesnoeid worden.
  • Het planten van diverse fruitbomen kan al beginnen. Ook in een kleine stadstuin komen leifruitbomen langs een tuinmuur of schutting goed tot hun recht en nemen weinig plaats in.
  • Je kunt nog steeds spinazie, veldsla en winterpostelein buiten zaaien.
  • Bieslook, peterselie en andere vorstgevoelige kruiden kan je uitgraven en in een pot in de keuken zetten. Zo heb je de hele winter heerlijke verse kruiden binnen handbereik.

  • In oktober moet je geen maaisel op het gazon laten liggen. Door de hogere luchtvochtigheid kan het leiden tot een natte pap die kan gaan rotten. Je krijgt daardoor schimmel in het gazon. Je kan het afgemaaide gras beter als mulchlaag tussen de heesters gebruiken.

  • In oktober kan je hagen zoals taxus, carpinus, x cupressocyparis leylandii, nog een tweede keer snoeien. Let hierbij op de vorm, van onderen wat breder dan van boven. Snoei ook niet te kort op oud hout.
  • Ook carpinus betulus ofwel de haagbeuk of ligustrum kunt u nog een keer snoeien.
  • Buxus mag nog tot in begin oktober worden gesnoeid. Hoe later hoe minder ze nog zullen uitlopen.
  • Ook lavendel moet nu gesnoeid worden.

November

Vroeg uit de veren en de sfeer van herfst, mist & romantiek proeven. Heerlijk toch!

  • Haal kuipplanten en vorstgevoelige planten naar binnen of scherm ze buiten af met noppenfolie of wintervlies.
  • Fuchsia’s en geraniums snoeien, verpotten en vorstvrij zetten.
  • Nu kan je ook nog de hortensiabloemen afknippen, maak er maar een mooi kransje van op oasis.
  • Zet niet-vorstbestendige potten in een vorstvrije ruimte.
  • Maak potten en kuipen schoon en zet ze op hun kop.
  • Zieke planten gooi je beter niet op de composthoop maar doe je weg om besmetting te voorkomen.
  • Alles in pot kan geplant worden tot het vriest.
  • Watervoorziening afsluiten en opbergen: sluit voordat de vorst begint de buitenkraan af.
  • Laat de tuinslang leeglopen en berg hem op zonder knikken. Laat ook de regenton leeglopen (behalve een houten ton, want deze gaat dan krimpen) en zet gieters en emmers binnen.
  • Onderhoud tuingereedschap: kijk al jouw gereedschap eens goed na. Slijpen waar nodig, een goede schoonmaak en smeer de bewegende delen.

De éénjarige tuinplanten, die je vooral in de maand mei hebt gekocht en geplant, zullen nu wel fraai in bloei staan.

  • Haal nu zeker bollen en knollen van zomerbloeiers naar binnen, laat ze drogen en bewaar ze op een koele plaats.
  • Heb je de voorjaarsbollen nog niet geplant; het kan nu nog, mits het niet vriest.
  • Plant je tulpbollen in november.

  • Wees aardig voor de egels want ze helpen je door slakken te eten in het najaar voor ze hun winterslaap beginnen ergens onder een houtstapel of een hoop bladeren.
  • Maak voederplaatsen voor vogels.
  • Voeder de vogels het liefst ‘s ochtends, voeder zeker geen margarine of boter want die werken als laxeermiddel.
  • Verwijder de dode bladeren uit het water van je vijver en stop met de vissen te voeren wanneer de temperaturen echt lager worden.

  • Dek de vaste planten af met een laag bladeren, compost of een mengeling van mest en turf.
  • Rododendron, azalea’s en hortensia’s aan de voet tegen koude beschermen.
  • Hoge grassoorten, zoals pampasgras bind je bij elkaar; bescherm ook de wortelkluit.
  • Bind loshangende takken van klimplaten vast. Opgelet, trek deze niet te hard vast om schade aan de takken te voorkomen.
  • Zolang het niet vriest mogen in november nog heesters, rozen en vaste planten geplant worden.
  • Zolang grond nog niet bevroren is kunnen loof- en naaldbomen geplant worden.
  • De bodem bij bladhoudende soorten zoveel mogelijk vochtig houden. Denk hierbij ook aan je groenblijvende haag.
  • Pas geplante wintergroene planten, hagen en coniferen extra water geven.
  • Bij stamrozen omwikkel je de ent-plaats en de takken met stro of minder fraai maar wel effectief, trek een plastic vuilniszak over de kop van de stamroos en bind deze onder de occulatie dicht. Hiervoor zijn ook speciale rozenhoezen te koop.
  • Dek de pas geplante heesters, rozen en andere planten af met een laag bladeren, verteerde stalmest of ander organisch materiaal.
  • Ook vaste planten afdekken met compost of met een mengeling van mest en turf.
  • Wil je niet-vorstgevoelige bladverliezende struiken en klimplanten verplanten, doe dit dan na de eerste dagen met nachtvorst. Geef ook deze voldoende water.

  • Rozen nu voor maximaal de helft terug knippen, indien gewenst.
  • Zodra fruitstruiken blad verliezen, snoeien (verjongingssnoei).
  • Vaste planten mogen nog teruggesnoeid worden.
  • Knotwilgen kunnen geknot worden.
  • Zodra de fruitstruiken hun blad verloren hebben mag er gesnoeid worden, een zgn. verjongingssnoei.

  • Afgevallen bladeren van het gazon harken, je kan ze gebruiken als winterbescherming in de border.
  • Gras groeit boven de +5°C. Zet, bij de laatste snoeibeurt van het seizoen, de maaistand iets hoger, eventueel wat bestrooien met turf en mest.
  • Langer gras kan beter tegen vorst: In de eerste week van deze maand kan je de laatste maaibeurt geven en daarbij de grasmaaier iets hoger afstellen.
  • Gras bij droog weer lucht geven door gaatjes te prikken.
  • Je kan na de laatste maaibeurt je grasmaaier bij ons binnenbrengen voor winteronderhoud.

December

December is de wintermaand, waarin de vorst al behoorlijk kan toeslaan en is een vrij rustige maand in de tuin. Toch zijn er enkele kleine klusjes die gedaan kunnen worden

  • Sluit buitenkranen en beregeningspompen af voor de vorst. Vergeet niet de buitenkranen open te zetten nadat de leiding is afgesloten. Laat de leiding leeglopen.
  • Voorkom ook dat bakken of potten waar water in staat kapotvriezen. Soms raken de gaatjes onderin verstopt en blijft er onverhoopt toch water in de bakken staan.
  • Hou de vijver gedeeltelijk ijsvrij.
  • Vogels houden van hulstbessen. Om te voorkomen dat de vogels alle bessen opeten voordat de kerst begint, kun je aan het begin van de maand alvast takken met bessen afknippen en in vochtig zand bewaren. Als het kerst is, kun je alsnog versieringen aanbrengen met de hulsttakken.
  • Bij zacht weer is het mooi om een hyacint in een decoratieve bak te planten en buiten te hangen. Dit gaat het sombere december-gevoel tegen.
  • Slijp de snoeischaar, eventuele messen en andere gereedschappen met een scherp vlak. Zo komen ze ongedeerd de winter door en zijn ze eigenlijk gebruiksklaar als je ze oppakt in het voorjaar.

De éénjarige tuinplanten, die je vooral in de maand mei hebt gekocht en geplant, zullen nu wel fraai in bloei staan.

  • Loop niet over het gazon zolang het vriest. Dit kan het gazon zodanig vernielen dat deze na een aantal dagen lichte plekken vertoont.
  • Verwijder de laatste bladeren van het gazon om verdere vernieling te voorkomen. Gras dat onder blad ligt krijgt namelijk geen licht en sterft af. Ook kunnen er schimmelziekten optreden door een gebrek aan luchtcirculatie.
  • In het gazon groeien de grasplantjes nauwelijks meer en dat geeft de verschillende mossoorten de kans om zich te vermeerderen. Laat het mos gewoon doorgroeien en behandel deze in het voorjaar.

  • Er zijn boomsoorten die je beslist moet snoeien voordat in het vroege voorjaar de sapstroom weer op gang komt. Het zijn de zogenaamde bloeders. Voorbeelden hiervan zijn: berk, esdoorn en noten. Bij te laat snoeien loopt het sap gewoon uit de boom en kan deze daar ernstig onder lijden. Snoei ze daarom in december of januari.
  • De beste tijd om de druivenstruik te snoeien is eind december. De druif is dan geheel in rust. Als het vriest of als er vorst op komst is, stel je dit even uit. Snoei de zijscheuten van de druif tot op twee knoppen van de hoofdstengels.

  • Van de meer dan 2 miljoen kerstbomen die elk jaar met Kerstmis in huis worden gezet, wordt een deel met wortelkluit verkocht. Dit biedt de mogelijkheid de boom na Kerst in de tuin te planten. Bedenk echter wel dat na een warme en droge periode in huis de boom wel verzwakt is geraakt. Je kan met succes de boom buiten planten als je het volgende in acht neemt:
  1. koop een boom met een goede kluit en flinke potmaat;
  2. laat de boom een week wennen in een koude schuur om de overgang gemakkelijker te maken;
  3. knip de top niet uit de boom;
  4. geef de boom regelmatig water op de kluit;
  5. laat de boom niet te lang binnen staan;
  6. laat hem weer wat wennen aan een ander klimaat voordat hij naar buiten gaat.
  7. Als de boom eenmaal bij vorstvrij weer buiten geplant is, geef dan regelmatig wat water om verdroging te voorkomen.
  • Ook kunstbomen zijn populair geworden, maar de echte boom wint het nog gemakkelijk want de geur van een echte boom is niet te evenaren. De boom die het meeste geur geeft is de ouderwetse picea abies. Die laat wel snel zijn naalden vallen.Er is veel kwaliteitsverschil in bomen. De klassieke, geurende kerstboom die zijn naalden vrij snel verliest (picea abies). Het is een bosboom en minder geschikt om nadien in de tuin te planten. Ook picea omorika wordt soms aangeboden.

    Een boom die zijn naalden niet verliest is de abies nordmanniana (nordman). Brede lossere vorm met mooie etages. Glanzen donkergroene naalden. Deze bomen ruiken niet of weinig. Maar zijn luxe en oersterk en zeer trendy. Een heel dure soort is de abies koreana met glanzend groene naalden.

  • Bewaar de boom die geen wortelkluit heeft op een koele plaats totdat je hem gaat opzetten en zet de stam in een laagje water. Vul het water elke dag bij. Zet de boom liefst op een koele plaats en leg onder de boom folie of een doek om naaldval op te vangen zodat niet je hele huis onder komt.
  • Tip: controleer de lampjes voordat je ze in de boom hangt.

  • De bodem in de plantenborders kan nu licht omgewerkt worden. Dit brengt lucht in de grond en verbetert de afwatering.
  • De struikrozen kunnen aangeaard worden. Of een bergje zand tegen de stam aanbrengen ter bescherming van de entplaats.
  • In de plantenborders kan je nu ook compost onderwerken, hetgeen zorgt voor een goede humusrijke structuur. Tevens is dit een bescherming tegen vorst in de grond voor het wortelgestel van de plant.
  • Laat siergrassen nog staan tot het voorjaar. De planten hebben een mooi silhouet, zeker als er sneeuw of rijm op ligt. Je kunt de grassen terugknippen in het voorjaar.
  • Mocht er veel sneeuw vallen, laat het niet op de takken van de coniferen of wintergroene heesters liggen, door het gewicht kunnen de takken afbreken.

Januari

De dagen zijn kort en koud en in de tuin is weinig te beleven. Maar voor echte groene vingers is er altijd wat te doen!

  • Als het niet vriest kan je het lege deel van de tuin omspitten zodat de kluiten goed kunnen doorvriezen. Je kan eventueel ook grondverbeteraar toevoegen. Met name op zandgronden levert compost of strorijke koemest een goede bijdrage aan de structuur van de grond. Water en voeding worden dan gemakkelijker vastgehouden. Kleigrond wordt door compost luchtiger.
  • Dood en ziek hout verwijderen uit bomen.
  • Controleer opgeslagen kuipplanten op uitdroging en geef met mate water.
  • Vorstgevoelige struiken, rozen en vaste planten afdekken.
  • Maak een plan voor het nieuwe tuinseizoen.
  • Bij vorstvrij weer kan je eventueel ook nieuwe paden in de tuin aanleggen.
  • Zorg regelmatig voor frisse lucht in de ruimte waar de kuipplanten overwinteren.
  • Als het niet vriest kan je houten trellisschermen en klimrekken in een nieuwe kleur schilderen.
  • Bezit je een kas, dan kan je de eerste groente en geraniums zaaien.
  • Zorg ervoor dat er geen overtollig water in de onderschotels blijft staan.
  • Planten en potten die heel vochtig staan kunnen tijdens vorstperiodes gemakkelijker vorstschade oplopen.
  • Controleer de planten die buiten in potten staan. Indien de afvoer verstopt zit en de kluit te vochtig wordt, kan bij vorst de pot barsten. Ook is overtollig vocht slecht voor het wortelgestel.

De éénjarige tuinplanten, die je vooral in de maand mei hebt gekocht en geplant, zullen nu wel fraai in bloei staan.

  • Je mag in januari geen werkzaamheden aan de vijver uitvoeren.
  • Controleer alleen of er geen schade door vorst optreedt en of de luchtvoorziening in orde is.
  • Als je een nieuwe vijver wil gaan aanleggen, dan is bij vorstvrij weer januari een goede tijd om deze uit te graven.
  • Controleer bij strenge vorst regelmatig of je vijver nog een open wak heeft.
  • Hak nooit met een bijl een gat in het ijs, de vissen overleven de schokken vaak niet.
  • Verwijder bij sneeuwval de sneeuw van het ijs. Anders valt er niet voldoende licht tot in het water.

  • Vogels voeren: zeker als er sneeuw ligt hebben vogels het moeilijk om voedsel te vinden. Bijvoeren is belangrijk voor hun overlevingskansen. Dit kun je doen met stukjes oud brood, vetbollen, appels en pindaslingers. Zorg er wel voor dat het voedsel hoog, goed bereikbaar en sneeuwvrij ligt of hangt, dus op minimaal 1,5 meter hoogte. Doe dit wel op een open of hoge plek zodat de kat niet op een onverwachte maaltijd wordt getrakteerd.
  • Vogels hebben nu wel wat extra vitamientjes nodig. Geef ze daarom af en toe stukjes fruit in plaats van nootjes en stukjes brood.
  • Nestkastjes voor vogels moeten nu ongeveer wel schoongemaakt zijn. Het is namelijk langzamerhand tijd voor de vogelpaartjes om rond te kijken naar een plaatsje om te nestelen.
  • Zorg ervoor dat de waterschaal altijd afgedekt is, bijvoorbeeld met gaas of zeil. Op die manier kunnen de vogels er niet in baden, dus is er ook geen bevriezingsgevaar.

  • Als het niet vriest kan je allerlei bladverliezende heesters en bomen planten of verplanten.
  • Zorg ervoor dat bomen bij het aanplanten aan de windzijde een boompaal krijgen. Je moet deze paal wel zetten voordat je de boom plant omdat anders de wortels kunnen worden beschadigd.
  • Bij zware sneeuwval kan je de sneeuw het beste van hangende takken afschudden, dit voorkomt takkenbreuk.
  • Laat sneeuw in de tuin liggen, het is goede isolatie voor planten.
  • De klimplanten hebben nu nog geen bladeren, waardoor je er goed bij kan.
  • Geef de planten spaarzaam water, ze mogen niet uitdrogen.
  • Bij gunstig weer kan je nu de eerste fruitstruiken planten; geen vorst en niet te nat.

  • Een laag sneeuw heeft een isolerende werking, laat dit witte tapijtje dus liggen.
  • Loop niet over het gazon en vooral niet over sneeuw waaronder vaste planten hun neuzen net boven de grond uitsteken, je zal ze lelijk beschadigen.
  • Zolang het vriest is het verstandig om je gazon niet te belopen.
  • Je loopt ook best niet op het gazon na een langdurige regenperiode.

  • Als het niet vriest, kan je voorzichtig beginnen met de snoei van sierheesters.
  • Snoeiwonden met een doorsnee van meer dan 2cm moeten met wondbalsem worden behandeld.
  • Bij vorstvrij weer mogen fruitbomen nu al voorzichtig gesnoeid worden.
  • Tot half januari mag je nog de druif terugsnoeien. Daarna komt de sapstroom op gang en zou de plant kunnen doodbloeden.

Februari

Een stille, rustige tuinmaand. Het is een maand om eens te genieten van je tuin; van allerlei planten die wintergroen zijn, bessen dragen of zelfs nog bloeien.

  • Doe niets met planten als het vriest.
  • Besproei kamerplanten ook in de winter regelmatig met de plantenspuit. Neem met een vochtige doek het stof af van planten met grote bladeren.
  • Winterbloeiende kamerplanten op een lichte, koele plek en uit het directe zonlicht plaatsen.
  • Zet de composthoop nog een keer om zodat deze in het voorjaar goed verteerd is.
  • Oleanders en laurierboompjes kunnen, zolang het niet hard vriest, het best buiten overwinteren.
  • Zaai vanaf nu éénjarige met fijne zaden, zoals begonia, heliotroop e.d. Met het zaaien van éénjarige met grovere zaden wacht je nog even.
  • Binnenshuis kan je reeds dahlia-knollen oppotten, zodat ze al aan de groei gaan voordat ze na half mei buiten uitgeplant worden.
  • Bij zacht weer kan je beginnen met het opruimen van de border. Versnipper de oude stengels (dit gaat nu veel gemakkelijker dan in het najaar) en laat ze tussen de vaste planten liggen als mulch. Let op de jonge scheuten.

  • Bij goed vorstvrij weer is het ideaal om fruit en andere bladverliezende struiken en bomen aan te planten.
  • Dode en zieke takken van struiken en bomen kunnen nu verwijderd worden.

  • Als het gazon bevroren is, kun je het beter niet betreden. Het geeft allemaal schade die pas tijdens het komende groeiseizoen zichtbaar wordt.

  • Controleer de kiemkracht van je resterende groentenzaden. Doe wat zaad op een vochtig doekje, doe er een plastiek over (serre nabootsen) en plaats dit op de vensterbank. Als de helft van de zaden kiemen, is het zaad nog bruikbaar.
  • Als je een kas bezit, kan je de eerste groenten en geraniums zaaien.

  • Het is nog steeds belangrijk om spaarzaam water te geven en regelmatig te luchten.
  • Voor de meeste kuipplanten is februari een gunstig tijdstip om te verpotten. Neem hiervoor schone (grotere) potten en gebruik potgrond met klei. Deze houdt meer water vast.
  • Citrusboompjes en planten, vb. de bougainvillea, alleen verpotten als ze te groot worden voor de pot.

  • Vrijwel alle groenblijvende en bladverliezende planten mogen nu geplant worden.
  • Zorg er bij lichte vorst wel voor dat de wortelkluit niet uitdroogt.
  • Als de grond in je tuin erg nat is, kan je best nog even wachten met (ver)planten.

  • Alleen bij aanhoudend vorstvrij weer kunnen bomen, heesters, klimop en de laatbloeiende clematis gesnoeid worden.
  • Snoei makkelijk ‘bloedende’ bomen, zoals berk en esdoorn pas na het uitlopen.
  • Verwijder afgestorven bladresten!
  • Bij vorstvrij weer mogen fruitbomen nu al voorzichtig gesnoeid worden.
  • Als het open weer is, kan je de meeste houtige gewassen snoeien. Natuurlijk niet de heesters die vroeg in het voorjaar bloeien want dan knip je de bloemknoppen er uit. De vroegbloeiende struiken snoei je meteen na de bloei.
  • Pas op met snoeien van berken, esdoorns, haagbeuk en juglans (notenboom). Als je die in deze periode snoeit gaan ze bloeden, waardoor ze in gezondheid achteruit gaan.

Met een lichaamstemperatuur van meer dan 40°C, hebben vogels een erg hoog calorieverbruik. Hoe strenger de winter, hoe sneller de vogels door hun vetreserve heen zijn, waardoor ze bijkomende voeding nodig hebben.

Eten: In koude periodes, zoals nu, zijn voederhuisjes erg in! Ze zijn vaak erg modieus opgebouwd en passen dus in iedere tuin.

Wat te voederen?

Er bestaan verschillende soorten vogelvoer:

Graanmengeling: Vogels zijn verlekkerd op allerlei soorten granen en zaden. Zorg dus voor een rijk aanbod aan diverse soorten granen. Probeer vooral zonnebloempitten daar deze zorgen voor een sterk, dik en glanzend vedergestel.

Fruitresten: Heb je fruitresten? Geef deze gewoon aan de vogels! Ze zullen dit met veel plezier verorberen. Vooral appels vallen in de smaak van onze gevederde vrienden, ze zijn erg vitaminerijk!

Mezenbolletjes: Dit is wellicht de meest voorkomende manier van voederen voor mezen, mussen, roodborstjes en vele andere vogels. De vetstoffen zorgen voor een goede weerstand en zijn energierijk!

We hebben een uitgebreid assortiment aan vogeleten, zowel los als voorverpakt als in netjes, en accessoires, zoals vb. het voederstation, voederhuisjes, drinkbakjes,…

Drinken: Plaats een ondiepe schaal op een windvrije plek in je tuin waar je zuiver water in giet. Voeg er niets anders aan toe: sommige mensen gebruiken antivries, suiker of zout om het bevriezen van het drinkwater tegen te gaan, maar daar zijn vogels helemaal niet mee gediend. Gebruik geen ijzeren of metalen voerderbakjes, daar kunnen vogels aan vastvriezen.

Let erop dat vogels kunnen drinken van de schaal, maar er niet in kunnen baden. Bij vriestemperaturen is het daar veel te koud voor: natte veren kunnen bevriezen en beperken vogels in hun bewegingen.

Slapen: We hebben verschillende soorten nestkastjes in ons assortiment. Van heel eenvoudige, wit gekleurde tot speelse en gecombineerde huisjes: vogelhuis en voederhuis onder 1 dak. Dit vogelhuis werd ontworpen naar het voorbeeld van de traditionele woningen in Zweden en Finland.

  • Je mag in februari geen werkzaamheden aan de vijver uitvoeren. Controleer alleen of er geen schade door vorst optreedt en of de luchtvoorziening in orde is.
  • Als je een nieuwe vijver wenst aan te leggen, dan is bij vorstvrij weer februari ook een goede tijd deze alvast uit te graven en de vorm uit te zetten.