MESTSTOFFEN

 

Net zoals je zelf niet zonder eten kan, kan ook je siertuin, je bessentuin, je groentetuin,… niet zonder voeding. Ook het maaien en vertrappen vergt veel energie van je gazon. Wil je het in vorm houden, dan is extra mest nodig.

Meststoffen bevatten voornamelijk plantenvoedende bestanddelen.

Als je meststoffen toedient leidt dit tot

  • een verbeterde groei en gewasontwikkeling
  • een toename in bloem- en/of vruchtvorming
  • betere weerstand tegen ziekten en plagen


Meststoffen zijn er zowel in liquide als in vaste vorm, organisch of chemisch, enkelvoudig of samengesteld, snelwerkend of traagwerkend.

Chemische of minerale meststoffen worden op een kunstmatige manier aangemaakt. Ze bevatten dan ook geen organisch materiaal en er is geen dierlijk of plantaardig materiaal in terug te vinden. Als de voorgeschreven dosis niet gerespecteerd wordt, kan dit tot verbranding leiden.

Organische meststoffen zijn volledig opgebouwd uit natuurlijke grondstoffen zonder dat er chemische grondstoffen worden aan toegevoegd. Deze meststoffen hebben een zachte en aanhoudende werking. Natuurlijke grondstoffen zijn vb. bloedmeel, zeewier, beendermeel, lavameel, cacaodoppen

Organo-minerale meststoffen zijn dan weer opgebouwd uit natuurlijke bestanddelen en verrijkt met chemisch materiaal om een snelle werking te bekomen. Een meststof wordt als organo-mineraal gezien indien deze minimaal 25% organische stof bevat. De organische bestanddelen in deze meststof zorgen voor een extra aanrijking van humus in de bodem.

Enkelvoudige meststoffen zijn meststoffen waarin één element (vb. N, P of K) een bemestende waarde heeft. Deze meststoffen bestaan uit één grondstof. Vb. bloedmeel (stikstof), beendermeel (fosfor),…

Weet je welke voedingselementen in je meststof kunnen aanwezig zijn en welke functie ze hebben?

– Stikstof (N) stimuleert de celdeling (groei).

– Fosfor (P) stimuleert de wortelvorming en een goede afharding van de plant.

– Kalium (K) verhoogt de krop- en vruchtvorming en beïnvloedt de stevigheid Kalium is nodig voor de verbetering van de vochtinname door de wortel en verlaagt de vochtafgifte door het blad. Hierdoor is de plant minder gevoelig voor droogte en weersinvloeden zoals vb. vorst.

Kalium tekort is te herkennen aan: afsterving beginnend aan de randen van het blad.

– Magnesium (Mg) staat dan weer in voor de groene kleur.

– IJzer (F), Mangaan (Mn), Boor (B) voorkomen gebreksziekten ( sporenelement, deze zijn slechts in een zeer kleine hoeveelheid aanwezig).