AZALEA EN RHODODENDRON

 

Azalea’s behoren tot het geslacht van de rhododendron. Ze onderscheiden zich van echte rhododendrons door hun kleinere, donkergroene blad en buisvormige bloemen. Ze vormen kleinere, brede vertakte struiken.

Er zijn vele soorten rhododendrons, van laagblijvende dwergazalea’s tot enorme wintergroene struiken die heel hoog kunnen worden. Ze variëren in grootte van 15cm tot tien meter en alles wat ertussen ligt.

Voor de meeste rhododendrons moet de grond echt zuur zijn (pH-waarde 4,5 tot 5,6), anders krijg je geen bloemen. Gelukkig kunnen bij het aanplanten voldoende voorzorgsmaatregelen genomen worden zodat de eerste twintig jaar de plant er geen last van heeft.

Rhododendrons zijn zuurminnenden, dat wil zeggen dat ze een zuurdere grond vragen, zeker geen kalk. Bij het planten kan je een bodemverbeteraar gebruiken die de grond verzuurd en luchtig maakt (vb. Dcm Vivimus voor heide, rhodo en alle zuurminnende planten of turf). Turf zorgt ook voor voldoende organische stof en meststoffen voor een goede start. Het eerste jaar na aanplant heeft de rhododendron extra water nodig bij een warme zomer, de rhododendron wortelt oppervlakkig. Vanaf het tweede jaar hebben de rhododendrons voldoende wortels om een droge zomer door te komen. Omdat ze oppervlakkig wortelen kunnen de wortels beschadigd worden bij het schoffelen.

Later kan je jaarlijks een laagje turf tussen de planten leggen om de zuurtegraad optimaal te houden voor deze zuurminnende planten. Dit voorkomt ook het uitdrogen van de grond en gaat onkruid tegen.

Kalk strooien en beregenen met kalkrijk water is uiteraard af te raden. Voor een goede bloei en groei kan je meststof voor hortensia’s & rhododendrons geven.

Niet alle rhododendrons verlangen schaduw.

Rhododendrons houden niet van bomen die oppervlakkig wortelen, zoals berken en dennen.

 

Snoei bij rhododendrons is onnodig en niet gewenst.

Mocht je een te grote struik willen afzagen tot op het hout of hem willen modelleren, dan kan je dit best in juni doen. Bij jonge exemplaren kan je de bloei verbeteren door uitgebloeide bloemen te verwijderen. Voorzichtig van de plant breken zonder de nieuwe bloem te beschadigen. Oude takken mag je wel wegsnoeien.

  • De beste tijd om te snoeien is kort na de bloei. Je breekt de uitgebloeide bloemstelen eruit, voorzichtig tussen duim en wijsvinger, zonder de onderliggende nieuwe knoppen te beschadigen.
  • Of je kan de takken van een jaartje eerder terugknippen, dus tot de onderliggende krans bladeren.
  • Nog een mogelijkheid tot beperkte snoei is het pinceren van de takken, door bij takken met één eindknop, die eruit te breken. Daarmee dwingt men de tak om meer nieuwe uitlopers te maken.
  • Rigoureuze snoei pas je toe bij planten die al (veel) te groot zijn. Maar opgelet! Je moet hetvolgende bedenken: een grote plant heeft ook een grote kluit (in omtrek). Die kluit krijgt de nodige schaduw en humus van vallend blad. Als je dan in één keer de takken sterk terugsnoeit, dan vallen deze 2 aspecten weg. Bij sterke snoei loop je de kans dat bij een droog voorjaar en zomer de plant slecht, nauwelijks of helemaal niet uitloopt. Daar is mulchen héél belangrijk, de grond moet vochtig gehouden worden. Meststoffen hoef je dan ook niet veel te geven, omdat de grote kluit veel mest niet kwijt kan aan slechts enkele nieuwe blaadjes. En dan moet je geduldig wachten en hopen dat de nieuwe knopjes uitlopen. Als dat dit jaar niet gebeurt, dan is er weinig hoop meer op hergroei. Soms komt die hergroei niet meer uit de takken, maar helemaal onderuit, vlak boven de grond. De plant heeft de energie nodig voor het maken van nieuw blad en takken.

Dit zijn dwergsoorten die niet hoger worden dan 50 cm (max 1m). Ze zijn geschikt als vakbeplanting, bodembedekking, in terraspot of in een rotstuin als solitair en kunnen goed gebruikt worden in kleinere tuinen.

Inheems vind je ze in de bergen boven de boomgrens.

Deze wilde rhododendron is gekend van de grotere tuinen. Vaak zijn ze tot 3 meter hoog (of nog hoger) en zijn ze ooit geplant voor beschutting en privacy.

Rhododendron ponticum is een middelgrote wintergroene rhodo met een bossige, breed gespreide koepelvormige habitus. De bladeren zijn smal elliptisch, donkergroen met een roomwitte tot lichtgele rand. Deze rhododendron soort bloeit voornamelijk in mei, met klokvormige lilakleurige tot mauve klokvormige bloemen in trossen. Hij houdt van een standplaats in gefilterd zonlicht of halfschaduw, beschut tegen gure winden en met een beschaduwde wortelzone. Ze kunnen ook goed tegen de middagzon op voorwaarde dat de wortels in de schaduw liggen. Hij verlangt een zure, vochtige, goed doorlatende bodem, die nooit volledig mag uitdrogen, behoeft weinig snoei en is goed winterhard.

De bladeren zijn giftig voor vee.

Dit zijn soorten die hoger worden, soms tot 2 of 3 meter hoogte. Ze zijn bedoeld om grote vakken of brede hagen mee te maken. Deze planten zijn niet geschikt voor een kleine tuin.

Hybride soorten zijn de vele duizenden gekruiste soorten. De dwergsoorten zijn meestal kleinbladig met schubjes aan de onderkant van het aromatisch blad. Ook de bloemen zijn kleiner. De grotere soorten zijn meestal grootbladig en hebben ook grote bloemen. Sommigen hebben een viltige onderzijde. Dit dient om vochtverlies bij kou of zon tegen te gaan.

Deze soort groeit maar enkele cm’s per jaar en wordt veelal niet groter dan 60-100 cm. Ze zijn net als de dwergrhododendrons geschikt als vakbeplanting, bodembedekking en als solitair in een rotstuin. Door de langzame groei passen ze in een kleinere tuin.

De azalea japonica is een winterharde, wintergroene azalea. De Japanse azalea behoudt in zachte winters zijn blad en sommige soorten krijgen in de herfst een fraai brons tot mahoniebruin blad.

Groenblijvende azalea’s zijn prachtige voorjaarsbloeiende struiken die in zo goed als elke kleur bloeien. Kleine compacte types kunnen prachtig in een bak op een schaduwterras.

Ze staan liefst in een vochtige maar goed doorlatende, humusrijke, zure grond in halfschaduw. Je moet ze vooral ondiep planten.

De rhododendron mucronatum komt veel voor in Japanse en Chinese tuinen. Sinds 1825 ook bekend in België. De bloemen zijn licht geurend en goed winterhard. De hoogte na 10 jaar is een 150cm. De plant is goed winterhard en de bloeiperiode is april-mei en hij staat graag in halfschaduw of zon.

Dit is een winterharde, bladverliezende heester. De struik heeft opvallende licht geurende bloemen in mei, juni. De azalea mollis heeft qua bloemkleur de rijkste kleurschakeringen, zoals helder geel en zuiver oranje. Zij verkleuren in de herfst prachtig van bronsrood tot geel, waarna ze al hun blad verliezen.

Azalea’s, zeker de bladverliezende, prefereren in tegenstelling tot de meeste rhododendrons, iets meer zon.

De struik wordt tussen de 70 en 300 cm hoog.

Deze wordt veel in het Gentse gekweekt. De rhododendron simsii of voor de liefhebbers azalea indica, is een typisch Belgisch product met internationale faam. De planten zijn in de huiskamer te houden bij een gematigde temperatuur van 15 tot 22° C. Ook een iets koelere plaats zoals de inkomhal of een gang zijn geschikt als standplaats. Azalea’s verlangen een lichte standplaats, zeker de laatste variëteiten. Rechtstreeks zonlicht is te vermijden, dan verwelken de bloemen snel en verdampt de plant teveel water.

  • Wat als de knoppen van de rhododendron niet opengaan of bruin worden? Dit is een schimmelziekte die overgedragen wordt door een insect nl.: de rhododendron-cicade. Dit is een prachtig insect met een gele poten en buik. De voorvleugels zijn groen met twee rode lengtestrepen. De cicade zit dan onderaan het blad vanaf mei. En ze leggen eitjes vanaf september in de nieuw gevormde bloemkoppen. Daar dringt de schimmel dan binnen en werkt de hele winter door.
    De schimmel zelf is niet te bestrijden, maar de beestjes wel. Vanaf juni moet vooral de onderkant van de bladeren behandeld worden met vb. Edialux Okapi Garden.
  • Vergelende bladeren worden meestal veroorzaakt door een slecht doorlatende bodem, door kalk in de bodem of doordat er te diep geplant werd. Herplanten in gepaste grond, verbeterde grond en eventueel toevoegen van rododendronmest is dan de boodschap.